2 Kronieken 34:8 HTB

8 In zijn achttiende regeringsjaar, nadat hij in het land en in de tempel orde op zaken had gesteld, wees hij Safan, de zoon van Azalja, Maäseja, de bestuurder van Jeruzalem, en de kanselier Joah, de zoon van Joahaz, aan om de tempel te herstellen.

Lees verder hoofdstuk 2 Kronieken 34

Uitzicht 2 Kronieken 34:8 in verband