10 Rond de jaarwisseling liet koning Nebukadnezar hem naar Babel komen. Tegelijkertijd werden de kostbaarste voorwerpen vanuit de tempel naar Babel meegenomen en koning Nebukadnezar benoemde Jojachins broer Zedekia tot nieuwe koning van Juda en Jeruzalem.
11 Zedekia was eenentwintig jaar bij zijn troonsbestijging en regeerde elf jaar vanuit Jeruzalem.
12 Ook zijn bewind kenmerkte zich in de ogen van de Eeuwige door goddeloosheid. De koning weigerde namelijk te luisteren naar de profeet Jeremia, die hem boodschappen van de Here doorgaf.
13 Hij kwam bovendien in opstand tegen koning Nebukadnezar, ondanks het feit dat hij tegenover hem een eed van trouw had afgelegd. Zedekia was hard en koppig als het erom ging zich tot de Here, de God van Israël, te bekeren, dat weigerde hij absoluut.
14 Alle vooraanstaanden van het land, onder wie de hogepriesters, evenals het hele volk, vereerden de heidense afgoden van de omringende landen en ontheiligden de tempel van de Here in Jeruzalem.
15 Steeds weer stuurde de Here, de God van hun voorouders, profeten om hen te waarschuwen, want het lot van zijn volk en van zijn tempel liet Hem niet onberoerd.
16 Maar het volk bespotte deze boodschappers van God en sloeg hun waarschuwingen in de wind. Zij staken net zolang de draak met de profeten tot de Here zijn toorn niet langer kon inhouden en er geen hoop meer was op herstel.