22 Zo kwam de boodschapper in Jeruzalem aan en vertelde alles aan David.
23 ‘De vijand was erg sterk en deed een uitval,’ zei hij, ‘maar toen wij hem achtervolgden naar de stadspoorten,
24 werden wij beschoten door de mannen op de muren, enkelen van ons werden gedood, ook de Hethiet Uria.’
25 ‘Goed, vertel Joab maar dat hij de moed niet moet verliezen,’ zei David. ‘Het zwaard doodt zowel de een als de ander! Vecht de volgende keer met meer verbetenheid en verover de stad, zeg hem dat ik tevreden ben over de resultaten tot nu toe.’
26 Bathséba rouwde toen zij hoorde dat haar man was gesneuveld.
27 Na de rouwperiode liet David haar halen en gaf haar onderdak in het paleis, waar zij een van zijn vrouwen werd. Daar bracht zij een zoon ter wereld. Maar de Here beschouwde deze handelwijze van David als een grote zonde.