15 Hij schoot zijn bliksempijlen weg en maakte zijn vijanden angstig.
16 Door zijn vreselijke adem en zijn bestraffende woord spleet de zee open en kwam de zeebodem bloot.
17 Hij redde mij van bovenaf en trok mij op uit het water.
18 Hij redde mij van sterke vijanden, van hen die mij haatten en van hen die sterker waren dan ik.
19 Zij stortten zich op mij tijdens de dag van mijn ongeluk. Maar de Here was mijn heil.
20 Hij bevrijdde en redde mij, want ik was goed in zijn ogen.
21 De Here beloonde mij voor mijn goedheid, want mijn handen waren onbevuild.