20 Hij droeg een paar van de sterkste mannen uit zijn leger op Sadrach, Mesach en Abednego vast te binden en in de brandende oven te gooien.
21 Zij werden stevig geboeid en met kleren en al in de oven gesmeten.
22 Omdat de koning in zijn woede zo'n abnormaal heet vuur in de oven wilde hebben, schoten de vlammen eruit en doodden de soldaten die hen erin gooiden!
23 Zo vielen de drie vastgebonden Judese mannen in de hoog oplaaiende vlammen.
24 Plotseling sprong koning Nebukadnezar geschrokken overeind. ‘Wat zie ik nu?’ riep hij tegen zijn raadsmannen. ‘Wij hadden toch dríe mannen in de oven gegooid?’ ‘Jazeker, majesteit,’ antwoordden zij,
25 ‘Maar kijk!’ schreeuwde Nebukadnezar. ‘Nu zie ik er víer vrij rondlopen tussen de vlammen en zij zijn ongedeerd! En de vierde ziet eruit als een engel.’
26 Nebukadnezar liep zo dicht mogelijk naar de open deur van de brandende oven en riep: ‘Sadrach, Mesach en Abednego, dienaren van de hoogste God, kom naar buiten! Kom hier!’ Het drietal stapte uit het vuur.