27 “Tekel” betekent “gewogen”: u bent gewogen en te licht bevonden.
28 “Peres” betekent “verdeeld”: uw koninkrijk zal aan de Meden en Perzen worden gegeven.’
29 Op Belsazars bevel trok men Daniël purperen kleren aan en hing hem een gouden ketting om zijn hals. Hij werd benoemd tot derde heerser over het rijk.
30 Nog diezelfde nacht stierf Belsazar, de koning van de Chaldeeën.