1 In het eerste regeringsjaar van koning Belsazar had Daniël een droom. Hij kreeg visioenen terwijl hij op bed lag en schreef ze later op. Dit is het verslag van wat hij droomde.
2 In mijn nachtelijke droom zag ik de winden uit alle vier de windstreken losbarsten in een hevige storm die de grote zee geselde.
3 Vier grote dieren rezen op uit het water, alle vier verschillend.
4 De eerste zag eruit als een leeuw, maar had ook arendsvleugels! Terwijl ik bleef kijken, werden zijn vleugels uitgerukt. Hij kon niet langer vliegen, maar werd opgetild en op zijn voeten overeind gezet als een mens en kreeg het verstand van een mens.
5 Het tweede dier leek op een beer. Hij had zijn ene poot opgeheven en hield drie ribben in zijn bek. Ik hoorde een stem zeggen: ‘Sta op! Eet veel vlees!’
6 Daarna keek ik naar het derde dier. Dit zag eruit als een panter, maar op zijn rug zaten vier vleugels als van een vogel en hij had vier koppen. Hem werd veel macht gegeven.