7 Terwijl ik toekeek in mijn droom, zag ik een vierde dier. Hij was afschrikwekkend en zag er geweldig sterk uit! Hij verscheurde zijn voedsel met zijn grote ijzeren tanden en het overige vertrapte hij onder zijn poten. Dit dier was heel anders dan de vorige dieren en had tien horens.
8 Terwijl ik op de horens lette, verscheen er plotseling een andere kleine hoorn tussen. Drie van de eerste horens werden ervoor uitgerukt. Deze kleine hoorn had ogen die leken op mensenogen en een mond die allerlei grootspraak uitsloeg.
9 Ik keek toe hoe er tronen werden neergezet en er een Hoogbejaarde plaatsnam. Zijn kleren waren sneeuwwit en zijn haar wit als zuivere wol. Hij zat op een vlammende troon die op eveneens vlammende wielen reed.
10 Een vuurstroom steeg naar boven en vloeide voor Hem uit. Miljoenen dienden Hem en miljarden mensen stonden vóór Hem. Het gerechtshof ging zitten en de boeken werden geopend.
11 Terwijl ik keek, hoorde ik de overmoedige woorden van de hoorn van het vierde dier. Ik bleef kijken tot hij werd gedood en zijn lichaam werd verbrand.
12 Wat de drie andere dieren betreft: hun werd hun macht ontnomen, maar zij mochten nog enige tijd blijven leven.
13 Daarna zag ik in mijn droom de aankomst van iemand die er uitzag als een Mensenzoon. Hij kwam op de wolken van de hemel en werd naar de Hoogbejaarde geleid.