18 Hij verschaft recht aan weduwe en wees. Hij heeft vreemdelingen lief en geeft hun voedsel en kleding.
19 Daarom moet ook u van vreemdelingen houden, want u was zelf ooit vreemdeling in het land Egypte.
20 U moet ontzag hebben voor de Here, uw God, en Hem aanbidden. Houd u aan Hem vast en zweer alleen bij zijn naam.
21 Geef Hem alle eer, Hij is uw God, degene die machtige wonderen heeft gedaan, die u zelf hebt gezien.
22 Toen uw voorouders naar Egypte trokken, waren zij maar met zeventig personen, maar de Here, uw God, heeft u nu zo talrijk gemaakt als de sterren aan de hemel!’