26-27 Alleen uw geschenken aan de Here, de offers die u onder ede aan de Here hebt beloofd en uw brandoffers moeten naar het huis van de Here worden gebracht. Zij mogen alleen worden geofferd op het altaar van de Here, uw God. Het bloed zal op het altaar worden uitgegoten en daarna zult u het vlees eten.
28 Zorg ervoor dat u al deze geboden zorgvuldig naleeft. Als u doet wat goed is in de ogen van de Here, uw God, zal het altijd goed gaan met u en uw kinderen.
29 Als Hij de volken vernietigt in het land waarin u zult wonen,
30 vraag dan niet hoe deze volken hun goden aanbidden, om daarna hun voorbeeld te volgen.
31 U mag de Here, uw God, niet op die manier beledigen! Deze volken hebben voor hun goden afschuwelijke dingen gedaan die de Here haat. Zij hebben zelfs hun kinderen in het vuur aan hun goden geofferd.
32 Gehoorzaam daarom alle geboden die ik u geef. Voeg er niets aan toe en neem er niets vanaf.’