1 ‘Als er een profeet onder u is of iemand die zegt de toekomst te kunnen voorspellen door middel van dromen of tekenen en wonderen te kunnen doen,
2 en als zijn voorspellingen uitkomen en hij zegt: “Kom, laten we de goden van de andere volken aanbidden,”
3 luister dan niet naar hem. Want de Here stelt u dan op de proef om te zien of u werkelijk met hart en ziel van Hem houdt.
4 Volg alleen de Here, uw God, en heb ontzag voor Hem, gehoorzaam alleen zijn geboden. Dien alleen Hem en houdt u aan Hem vast.
5 De profeet die heeft geprobeerd u afvallig te maken, moet ter dood worden gebracht, want hij heeft getracht u af te brengen van gehoorzaamheid aan de Here, uw God, die u uit de slavernij in het land Egypte heeft bevrijd. Door hem te doden, doet u het kwaad onder u weg.
6-7 Als een familielid of uw beste vriend of een zoon, dochter of geliefde vrouw u in het oor fluistert mee te gaan om deze vreemde goden te aanbidden,
8 ga daar dan niet op in en toon geen medelijden, laat die persoon zijn straf niet ontlopen en probeer niet zijn zonde te bedekken.