26 Als u bij het heiligdom aankomt, mag u het geld gebruiken om er een os, een schaap, wijn of een andere sterke drank voor te kopen. Voor de ogen van de Here zult u daarmee feest vieren en blij zijn, samen met al uw huisgenoten.
27 Vergeet niet uw inkomsten te delen met de Levieten die bij u wonen, want zij hebben geen eigendom en oogsten zoals u.
28 Elk derde jaar moet u uw tiende gebruiken om in uw omgeving goed te doen.
29 Geef het aan de Levieten, die geen erfdeel onder u hebben of aan vreemdelingen of weduwen en wezen bij u in de omgeving, zodat zij kunnen eten zo veel als ze nodig hebben. Dan zal de Here, uw God, u en uw werk zegenen.’