10 Zo zult u voorkomen dat in uw land onschuldigen worden gedood en zult u niet verantwoordelijk worden gesteld voor onrechtvaardig bloedvergieten.
11 Maar als iemand zijn naaste haat en hem vanuit een hinderlaag bespringt en vermoordt en daarna naar een van de vrijsteden vlucht,
12 dan zullen de leiders van zijn woonplaats hem daar laten ophalen en hem overleveren aan de wreker van de dode, zodat die hem kan doden.
13 Heb geen medelijden met zo iemand! Zo bevrijdt u zich van de bloedschuld die op Israël rust en dan het zal goed met u gaan.
14 Als u aankomt in het land dat de Here, uw God, u geeft, steel dan geen land van uw buurman door stiekem de grenspalen te verplaatsen die zijn voorouders volgens hun rechtmatig erfdeel hebben geplaatst.
15 Veroordeel niemand op grond van de uitspraak van slechts één getuige. Er moeten minstens twee of drie getuigen zijn.
16 Als iemand een vals getuigenis aflegt en zegt dat hij iemand anders iets strafbaars zag doen terwijl dat niet waar is,