12 Het toiletgebied moet buiten het kamp liggen.
13 Iedere man moet een schepje in zijn uitrusting hebben. Als hij zijn behoefte doet, moet hij een kuil graven en de uitwerpselen met aarde bedekken.
14 Het kamp moet heilig zijn, want de Here, uw God, is bij u om u te beschermen en ervoor te zorgen dat u uw vijanden overwint, de Here wil niets onbehoorlijks bij u zien, anders keert Hij Zich tegen u.
15 Als een slaaf bij zijn meester wegvlucht, moet u hem niet dwingen terug te keren,
16 laat hem bij u wonen in de stad die hij zelf uitkiest. Val hem niet lastig.
17 Israëlieten, of het nu vrouwen of mannen zijn, mogen in de heiligdommen geen prostitutie bedrijven.
18 U mag de Here, uw God, geen offer brengen van de verdiensten van een mannelijke of vrouwelijke prostitué, want beiden zijn afschuwelijk in de ogen van de Here, uw God.