17 U mag niet doodslaan.
18 U mag geen overspel plegen.
19 U mag niet stelen.
20 U mag niet liegen.
21 U mag geen verlangend oog laten vallen op de vrouw van een andere man, noch hem benijden om zijn huis, land, dienaren, ossen, ezels, noch om iets anders dat hij bezit!
22 De Here heeft met luide stem aan ieder van u deze geboden uit het hart van het vuur gegeven, terwijl de berg Sinaï in wolken en diepe duisternis was gehuld. Aan deze geboden heeft Hij er geen toegevoegd. Hij schreef ze op twee stenen plaquettes en gaf die aan mij.
23 Maar toen u de luide stem vanuit de duisternis hoorde en het verschrikkelijke vuur op de top van de berg zag, kwamen al uw stamhoofden naar mij toe