12 Wegens uw gehoorzaamheid zal de Here zijn deel van het verbond nakomen dat Hij in zijn tedere liefde met uw voorouders sloot.
13 Hij zal van u houden en u zegenen en u tot een groot volk maken. Hij zal u vruchtbaar maken, evenals uw grond en uw dieren. Uw oogsten van graan, druiven en olijven en uw kudden van vee, schapen en geiten zullen groot zijn in het land waarvan Hij uw voorouders beloofde het u te geven.
14 U zult meer worden gezegend dan enig ander volk op aarde, niemand van u, man of vrouw, zal onvruchtbaar zijn. Hetzelfde geldt voor uw vee.
15 De Here zal ook alle ziekten voor u afweren en u niet laten lijden aan de ziekten uit Egypte, die u zo goed kent, Hij zal ze naar uw vijanden sturen!
16 U moet alle volken die de Here, uw God, in uw hand geeft, vernietigen. Toon geen medelijden en aanbid hun goden niet. Als u dat toch doet, zult u de gevolgen daarvan moeten dragen.
17 Misschien denkt u bij uzelf: “Hoe kunnen wij deze volken die zoveel sterker zijn dan wij, ooit overwinnen?”
18 Wees niet bang voor hen! Denk steeds aan wat de Here, uw God, met de farao en het hele land Egypte deed.