1 ‘U moet alle geboden die ik u vandaag geef, gehoorzamen. Als u dat doet, zult u niet alleen leven, maar u ook vermenigvuldigen en het land dat de Here uw vaders beloofde, binnentrekken en veroveren.
2 Herinnert u zich hoe de Here u veertig jaar lang door de woestijn leidde? Hij maakte u nederig en stelde u op de proef om te zien hoe u zou reageren en of u Hem werkelijk zou gehoorzamen.
3 Ja, Hij maakte u nederig door u honger te laten lijden en daarna manna te eten te geven, voedsel dat u en uw voorouders voor die tijd niet kenden. Hij deed dat om u te laten weten dat eten niet het belangrijkste is, maar dat de mens ook leeft van ieder woord dat God spreekt.
4 Al die jaren zijn uw kleren niet versleten en uw voeten niet gewond of opgezwollen.
5 Daarom moet u begrijpen dat net zoals een vader zijn zoon straft, de Here u straft om u te helpen.
6 Gehoorzaam de wetten van de Here, uw God. Volg zijn weg en heb ontzag voor Hem.