21 de zonen van Harim: Maäseja, Elia, Semaja, Jehiël en Uzzia;
22 de zonen van Pashur: Eljoënai, Maäseja, Ismaël, Netanel, Jozabad en Elasa.
23 De Levieten die schuldig waren: Jozabad, Semeï, Kelaja die ook wel Kelita genoemd wordt, Pethahja, Juda en Eliëzer.
24 Van de zangers alleen Eljasib. Van de poortwachters: Sallum, Telem en Uri.
25 Hier volgt een lijst van de gewone burgers die schuldig werden verklaard: Van de familie Paros: Ramja, Jezia, Malkia, Mijamin, Eleazar, Malkia en Benaja.
26 Van de familie Elam: Mattanja, Zacharja, Jehiël, Abdi, Jeremoth en Elia.
27 Van de familie Zattu: Eljoënai, Eljasib, Mattanja, Jeremoth, Zabad en Aziza.