1 Dit gaf de Here aan Jeremia door aan het begin van de regering van koning Zedekia van Juda, de zoon van Josia:
2 ‘Maak een juk, leg dat op uw nek en maak het met leren riemen vast.
3 Stuur daarna berichten naar de koningen van Edom, Moab, Ammon, Tyrus en Sidon, via hun afgezanten in Jeruzalem,
4 met de woorden: vertel uw meesters dat de Here van de hemelse legers, de God van Israël, dit bericht stuurt:
5 “Door mijn grote kracht heb Ik de aarde, de mensheid en alle dieren gemaakt. Ik geef die in eigendom aan wie Ik wil.