4-5 En toch zegt u tegen Mij: “Och vader, U bent altijd mijn vriend geweest. U kunt toch niet boos blijven om zoiets onbelangrijks! Dat zult U toch wel vergeten?” Zo praat u, maar ondertussen gaat u gewoon door met zoveel mogelijk kwaad te doen.’
Lees verder hoofdstuk Jeremia 3
Uitzicht Jeremia 3:4-5 in verband