14 ‘De Here van de hemelse legers, de God van Israël, zegt: “Neem dit verzegelde koopcontract en de onverzegelde kopie mee en doe ze in een stenen pot, zodat ze lang bewaard blijven.”
15 Want de Here van de hemelse legers, de God van Israël, zegt: “In de toekomst zullen deze papieren waardevol worden. Op een goede dag zullen mensen weer eigendommen beheren in dit land en hier weer huizen, wijngaarden en stukken land kopen en verkopen.” ’
16 Nadat ik de papieren aan Baruch had gegeven, bad ik:
17 ‘Oppermachtige Here! U hebt met uw grote kracht de hemelen en de aarde gemaakt, niets is voor U onmogelijk!
18 U bent liefdevol en vriendelijk tegenover duizenden, maar rekent de zonden van de vaders aan de kinderen toe. U bent de grote en machtige God, de Here van de hemelse legers.
19 U bezit alle wijsheid en doet grote en machtige wonderen. Uw ogen zien het doen en laten van alle mensen en U beloont ieder naar zijn daden en wijze van leven.
20 U hebt ongelooflijke dingen gedaan in het land Egypte. Dingen die men zich nu nog herinnert. U bent voortgegaan met het doen van grote wonderen, niet alleen in Israël, maar overal ter wereld. U hebt uw naam groot gemaakt tot op de dag van vandaag.