10 “Blijf in dit land. Als u dat doet, zal Ik u zegenen en u niets in de weg leggen. Want Ik ben van gedachten veranderd over de vele straffen die Ik u moest geven.
11 U hoeft niet langer bang te zijn voor de koning van Babel, want Ik ben bij u om u te redden en uit zijn hand te bevrijden.
12 Ik zal genadig voor u zijn door de koning medelijden te laten krijgen, zodat hij u niet doodt of tot slaaf maakt, maar u naar uw akkers laat terugkeren.”
13-14 Maar als u weigert de Here te gehoorzamen en zegt: “Wij blijven hier niet” en toch naar Egypte wilt gaan waar u veilig denkt te zijn voor oorlog, honger en onrust,
15 is dit het antwoord van de Here, restant van Juda: de Here van de hemelse legers, de God van Israël, zegt: “Als u uw plannen doorzet om naar Egypte te gaan,
16 zullen de oorlog en de hongersnood waarvoor u zo bang bent, u op de voet volgen en zult u daar omkomen.
17 Dat is het lot dat ieder van u die zich in Egypte wil vestigen, te wachten staat. Ja, dan zult u sterven door het zwaard, hongersnood en ziekten. Niemand van u zal eraan kunnen ontsnappen.”