4 ‘Goed,’ antwoordde Jeremia. ‘Ik zal het Hem vragen en u zijn antwoord overbrengen. Ik zal niets voor u achterhouden.’
5 Zij verzekerden Jeremia met klem: ‘Wij beloven bij de Here dat wij zullen doen wat Hij zegt!
6 Of wij het nu prettig vinden of niet, wij zullen de Here, onze God, tot wie wij ons richten, gehoorzamen, want dan zal het goed met ons gaan.’
7 Tien dagen later kreeg Jeremia het antwoord van de Here.
8-9 Hij riep Johanan, de andere legeraanvoerders en het hele volk bij zich en zei: ‘U stuurde mij naar de Here, de God van Israël, om Hem te vragen naar uw gebed te luisteren. Dit is zijn antwoord:
10 “Blijf in dit land. Als u dat doet, zal Ik u zegenen en u niets in de weg leggen. Want Ik ben van gedachten veranderd over de vele straffen die Ik u moest geven.
11 U hoeft niet langer bang te zijn voor de koning van Babel, want Ik ben bij u om u te redden en uit zijn hand te bevrijden.