13 Dan zal het vertrouwen van Moab in zijn god Kemos worden beschaamd, net als het vertrouwen van Israël in zijn kalfgod in Betel.
14 Herinnert u zich uw opschepperij nog: “Wij zijn helden, moedige mannen in de strijd.”
15 Maar nu staat Moab op het punt te worden vernietigd, zijn beste jongemannen zijn gedoemd te worden afgeslacht,’ zegt de koning, de Here van de hemelse legers.
16 ‘Rampen zullen Moab nu snel treffen, zijn ondergang is nabij.
17 Vrienden van Moab, huil om Moab en troost het! Kijk eens hoe het sterke en roemrijke Moab is vernietigd!
18 Kom naar beneden uit uw glorie en ga in het stof zitten, mensen van Dibon, want zij die Moab verwoesten, zullen dat ook met u doen. Al haar versterkte muren zullen worden neergehaald.
19 De mensen in Aroër staan langs de weg angstig toe te kijken en vragen de vluchtelingen uit Moab: “Wat is er gebeurd?”