21 De aarde beeft door het lawaai van Edoms val, het geschreeuw van haar inwoners is tot bij de Rode Zee te horen.
22 Degene die zal komen, vliegt zo snel als een arend en zal zijn vleugels over Bosra uitspreiden. Dan zal de moed van de beste strijders verdwijnen als die van vrouwen die moeten bevallen.’
23 ‘De steden Hamath en Arpad zijn verstijfd van angst, want zij hebben het slechte nieuws over hun toekomst gehoord. Het stormt in hun harten.
24 Damascus heeft alle moed verloren en haar inwoners slaan op de vlucht. Ze zijn overmand door angst, vertwijfeling en pijn, zoals een vrouw tijdens de bevalling.
25 Beroemde stad, die eens vol leven was, wat ligt u er nu verlaten bij!
26 Uw jonge mannen zullen dood in de straten liggen, uw hele leger zal worden vernietigd,’ zegt de Here van de hemelse legers.
27 ‘Bij de muren van Damascus zal Ik een vuur aansteken dat de paleizen van Benhadad in de as zal leggen.’