7 Het kwaad spuit uit haar op als water uit een fontein! In haar straten weerklinken de geluiden van het geweld, haar ziekte en wonden staan Mij dag en nacht voor ogen.
8 U bent gewaarschuwd, Jeruzalem. Als u niet luistert, zal Ik u in de steek laten en uw land tot een onbewoonbaar gebied maken.
9 Want zoals een druivenplukker elke wijnstok nog eens goed bekijkt of hij nog druiven heeft laten zitten, zo moet u het restant van mijn volk gaan onderzoeken,’ zegt de Here van de hemelse legers tegen Jeremia.
10 Daarop antwoordt Jeremia: ‘Maar wie zal luisteren als ik hen waarschuw? Hun oren zitten dicht, zij kunnen niet luisteren. Aan het woord van de Here hebben zij een hekel, zij willen er niets mee te maken hebben.
11 Vanwege dit alles ben ik vol van de toorn van de Here. Ik ben te moe om me nog langer in te houden. Ik zal het uitgieten over Jeruzalem, zelfs over de spelende kinderen in de straten, over de bijeenkomsten van jonge mannen, over echtparen en bejaarden.
12 Hun vijanden zullen in hun huizen wonen en hun velden en vrouwen in bezit nemen. Want Ik zal het volk van dit land straffen, heeft de Here gezegd.
13 Allemaal zijn ze uit op hun eigen voordeel, van de laagste tot de hoogste! Ja, zelfs onder profeten en priesters zijn er bedriegers!