13 ‘Omdat,’ antwoordt de Here, ‘mijn volk mijn geboden heeft verlaten en mijn wetten niet heeft nageleefd.
14 Ze deden hun eigen zin en vereerden verschillende afgoden, zoals de vaders hun kinderen leerden.’
15 Daarom zegt de Here, de God van Israël: ‘Kijk, Ik zal hun bitter voedsel te eten en vergif te drinken geven.
16 Ik zal hen over de hele wereld verspreiden zodat zij vreemdelingen zijn in verre landen, en Ik zal hen met het zwaard achtervolgen tot Ik hen volledig heb vernietigd.’
17-18 De Here van de hemelse legers zegt: ‘Snel, haal klaagvrouwen hier! Begin snel met uw rouwklachten, zodat onze tranen stromen.
19 Hoor hoe Jeruzalem vertwijfeld huilt.’ Dit is het einde! Wat een schande! Wij moeten onze huizen en ons land verlaten, alles is totaal vernield!
20 Luister naar de woorden van God, treurende vrouwen. Leer uw dochters te rouwen en leer het ook elkaar.