1 ‘Kunt u de prooi verzorgen voor een leeuwin en de honger van haar jongen stillen,
2 die in het hol of in het struikgewas liggen te wachten?
3 Wie zorgt voor de raven wanneer hun jongen tot God roepen en hongerig door het nest kruipen?
4 Weet u wanneer de berggeiten hun jongen werpen en de hinden moeten kalven?
5-6 Weet u hoeveel maanden zij moeten dragen voordat zij zich krommen om hun jongen te werpen en van die last verlost zijn?