34-35 De Here vervolgde: ‘Wilt u nog steeds redetwisten met de Almachtige en Hem verbeteren? Of is dit genoeg? Kan de man die Mij wilde bekritiseren, Mij nu ook de antwoorden geven?’
36 Job antwoordde God:
37 ‘Ik ben een onwaardig mens, hoe zou ik U kunnen antwoorden?
38 Ik leg mezelf het zwijgen op en zal niet voor de tweede maal spreken. Ik heb al veel te veel gezegd.’