13 Priesters, trek uw rouwkleding aan. Dienaren van mijn God, ga de hele nacht huilend voor het altaar op de grond liggen. Want er zijn geen graanoffers en geen sprenkeloffers meer voor u overgebleven.
14 Roep een heilige vastentijd uit. Houd een plechtige bijeenkomst. Verzamel de leiders en de hele bevolking in de tempel van de Here, uw God, en roep Hem aan.
15 Pas op, die vreselijke dag van de Here komt dichterbij. De Almachtige stuurt bijna zijn verwoesting.
16 Ons voedsel zal voor onze ogen verdwijnen. Alle vertoon van blijdschap en vreugde in de tempel van God zal tot het verleden behoren.
17 Het zaad ligt in de grond te verschrompelen, de voorraadschuren en graanopslagplaatsen zijn leeg en het koren op het veld is verdroogd.
18 Hoor het vee eens jammeren van de honger! Kudden runderen dwalen rond, maar vinden nergens een weide. Zelfs de schapen hebben zwaar te lijden.
19 Here, help ons! Door de verzengende hitte zijn alle weiden vergeeld en alle bomen verschroeid.