1 Jona was echter woedend dat God van gedachten was veranderd.
2 Hij beklaagde zich erover bij de Here en zei in zijn gebed: ‘Dit is nu precies wat ik dacht dat U zou gaan doen, Here, toen ik nog thuis was en U mij opdroeg hierheen te gaan. Daarom vluchtte ik naar Tarsis. Want ik wist dat U een genadig en barmhartig God bent. U wordt niet snel boos en bent erg vriendelijk, ik wist hoe gemakkelijk U ertoe zou kunnen besluiten af te zien van het plan deze mensen te vernietigen.
3 Dood mij alstublieft, Here, ik ben liever dood dan levend.’
4 Maar de Here zei: ‘Is het wel juist dat u hierover zo kwaad bent?’