5 Met angst en vertwijfeling heeft Hij mij omringd.
6 Hij begroef mij in duistere plaatsen, net als de allang gestorvenen.
7 Hij heeft mij ingesloten en ik kan niet ontsnappen, met zware ketens heeft Hij mij vastgebonden.
8 Ook al schreeuw en huil ik uit alle macht, Hij wil niet naar mijn gebeden luisteren!
9 Hij heeft mij ingesloten met rondom hoge en gladde muren en mijn paden heeft Hij onbegaanbaar gemaakt.
10 Hij loert als een beer, als een leeuw, wachtend op een gelegenheid om aan te vallen.
11 Hij heeft mij in de val gelokt en met zijn klauwen verscheurd. Bloedend en eenzaam liet Hij mij achter.