61 U hebt gehoord hoe zij mij beledigden, Here,
62 hoe zij over mij roddelden en fluisterend hun plannen beraamden.
63 Kijk eens hoe zij lachen en zingen en mij in hun lied belachelijk maken.
64 Och Here, vergeld toch al het kwaad dat zij mij hebben aangedaan.
65 Vervloek hen en maak hen wanhopig, Here.
66 Zet een felle achtervolging op hen in en vaag hen weg onder de hemel van de Here.