12 Al uw vestingen zullen vallen. Zij zullen worden verslonden als vroegrijpe vijgen die regelrecht in de mond vallen van hen die aan de boom schudden.
13 Uw soldaten zijn zwak en hulpeloos als vrouwen. De poorten van uw land staan wijd open voor de vijand en alle sluitbalken zijn verbrand.
14 Maak u klaar voor de belegering! Leg watervoorraden aan en versterk uw forten. Bak nieuwe stenen om uw muren te herstellen. Kneed de klei en doe die in de bakvorm.
15 Maar midden in alle voorbereidingen zal het vuur u verteren. Het zwaard zal u neerslaan. De vijand zal u verslinden zoals jonge sprinkhanen alles opeten wat hun voor de voeten komt. Er is geen ontsnappen mogelijk, al wordt u zo talrijk als een zwerm sprinkhanen.
16 U hebt meer kooplieden dan er sterren aan de hemel staan, maar uw vijanden komen als sprinkhanen aanzwermen en nemen al uw vergaarde rijkdom mee.
17 Uw vorsten en ambtenaren kruipen bij elkaar als sprinkhanen op de muren bij kou. Maar zij zullen allemaal vluchten en verdwijnen, net als sprinkhanen doen wanneer de zon opkomt.
18 Koning van Assyrië, uw regeringsleiders liggen dood op de grond en uw volk is verspreid over de bergen, maar er is geen herder meer die hen weer bijeen kan brengen.