5 U zult hoogtevrees hebben en bang zijn om te vallen, een oude man met witte haren, die zich voortsleept, zonder lichamelijke behoeften. Want de mens staat voor de deur van de dood en nadert zijn eeuwige huis, terwijl de klagers over straat lopen.
6 Denk in uw jonge jaren aan uw Schepper, voordat het zilveren koord van uw leven losschiet, de gouden schaal wordt gebroken, de kruik bij de put in stukken valt en het scheprad in de put onklaar raakt,
7 voor het stof terugkeert naar de aarde zoals het was, en de geest terugkeert naar God, die hem gaf.
8 Alles is betrekkelijk, zegt de Prediker, uiterst betrekkelijk.
9 En omdat de Prediker zo wijs was, ging hij verder met het volk te onderwijzen in alles wat hij wist, hij verzamelde spreuken en rangschikte die.
10 Want de Prediker was niet alleen een wijs man, maar ook een goede leraar, hij gaf zijn kennis niet zomaar door aan het volk, maar deed dat op een manier die de mensen boeide.
11 De woorden van een wijze man zijn als sporen van een ruiter die een paard tot actie aanzetten. Zij bevatten grote waarheden die ons gegeven zijn door één Herder.