1 Voor alles bestaat een bepaalde tijd:
2 een tijd om te worden geboren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om te oogsten,
3 een tijd om te doden en een tijd om te genezen, een tijd om te verwoesten en een tijd om te herbouwen,
4 een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te treuren en een tijd om te dansen,