3 Ieder deelt in hetzelfde lot en dat lijkt onrechtvaardig. Daarom doen de mensen slechte en dwaze dingen en kiezen zij hun eigen onverstandige weg, want het ontbreekt hun aan hoop, het enige dat de toekomst hun brengt, is de dood.
4 Er bestaat alleen hoop voor de levenden. U kunt beter een levende hond dan een dode leeuw zijn!
5 Want de levenden weten tenminste dat zij op zekere dag zullen sterven. Maar de doden weten van niets, zij hebben geen loon meer te verwachten. Er wordt niet meer aan hen gedacht.
6 Wat zij tijdens hun leven deden—liefhebben, haten, benijden—is allang vergeten en zij hebben niets meer van doen met wat hier op aarde gebeurt.
7 Ga daarom maar gewoon door met eten en drinken en wees er blij mee, want zo heeft God het altijd al gewild.
8 Draag feestkleren en zorg dat u er goed verzorgd uitziet.
9 Geniet van een gelukkig leven met de vrouw van wie u houdt gedurende de dagen van uw voorbijglijdende leven, want dat komt u toe in dit leven, bij alle moeite die u zich op aarde getroost.