3 Daarop vluchtte Jefta uit zijn vaders huis naar het land Tob en ging daar wonen. Een groep avonturiers kwam daar bij hem en samen trokken zij eropuit.
4 Een tijd later bonden de Ammonieten de strijd aan met Israël.
5-6 De leiders van Gilead gingen naar het land Tob om Jefta te halen. Zij smeekten hem hun aanvoerder te worden in de strijd tegen de Ammonieten.
7 Maar Jefta zei tegen hen: ‘Waarom komt u bij mij als u mij haat en mij uit mijn vaders huis hebt weggejaagd? Waarom komt u nu u in de problemen zit?’
8 ‘Omdat we u nodig hebben,’ antwoordden ze. ‘Wees onze aanvoerder als we tegen de Ammonieten moeten vechten, dan zult u leider van Gilead en al zijn inwoners worden.’
9 ‘Zo!’ riep Jefta uit. ‘Denkt u dat ik dat zo maar geloof?’
10 ‘Wij zweren het u bij de Here,’ antwoordden zij. ‘U zult onze leider worden.’