4 Enige tijd later werd hij verliefd op Delila, een meisje dat in het dal Sorek woonde.
5 De Filistijnse koningen kwamen bij haar en zeiden: ‘Probeer hem over te halen jou te vertellen waarin zijn kracht schuilt. Wij zullen hem dan overmeesteren en in de boeien slaan om hem zo te onderwerpen. Ieder van ons zal je hiervoor elfhonderd zilverstukken betalen.’
6 Toen smeekte Delila Simson haar zijn geheim te vertellen. ‘Vertel me toch alsjeblieft hoe het komt dat je zo sterk bent,’ vleide ze. ‘Wat is nodig om jou vast te binden en te overmeesteren?’
7 Simson zei: ‘Als ik zou worden vastgebonden met zeven verse pezen die nog niet zijn verdroogd, dan zou ik net zo machteloos en zwak zijn als ieder ander mens.’
8 Toen brachten de koningen Delila zeven verse pezen en terwijl Simson sliep, bond zij hem daarmee vast.
9 Enkele mannen hadden zich in de aangrenzende kamer verborgen en zodra zij hem had vastgebonden, riep zij: ‘Simson! Daar komen de Filistijnen!’ Maar Simson brak de pezen als vlasdraadjes die te dicht bij het vuur komen, en het geheim van zijn kracht werd dus niet ontdekt.
10 ‘Je hebt me bedrogen,’ verweet Delila hem, ‘en leugens verteld. Zeg me toch alsjeblieft waarmee je kunt worden geboeid.’