1 Dit zijn de spreuken van Salomo, zoon van David en koning van Israël.
2 Hij schreef deze spreuken om de mensen te leren hoe zij moesten leven. Hoe zij moesten handelen in allerlei omstandigheden.
3 Want hij wilde dat zij verstandig zouden zijn en eerlijk en oprecht in hun hele levenswijze.
4 ‘Ik wil de eenvoudige wijsheid geven,’ zei hij. ‘En ik wil de jonge mensen waarschuwen voor problemen die zij in hun leven zullen ontmoeten.’
5 Zo kan een wijze nog wijzer worden en merkt een verstandig mens dat er nog veel te leren valt,