23 Laat mijn vermaning een les voor u zijn. Want ik zal u laten zien wat ik wil en wat ik denk. Als verfrissend water stromen mijn woorden u tegemoet.
24 Ik riep, maar u luisterde niet en niemand zag hoe ik mijn hand uitstak.
25 Mijn raad hebt u naast u neergelegd en mijn vermaning wees u van de hand.
26 Daarom zal ik lachen wanneer u valt en de spot met u drijven als u in het nauw zit.
27 Mijn spotgelach zal u in de oren klinken, wanneer uw leven snel en meedogenloos wordt verwoest en u niets anders overblijft dan angst en uitzichtloosheid.
28 Ja, dan zullen ze mij roepen, maar geen antwoord krijgen. Zij zullen hun best doen mij te vinden, maar zonder resultaat.
29 Zij wilden immers niets weten van kennis en inzicht, van eerbiedig ontzag voor de Here?