1 Een zachtmoedig antwoord sust de woede, maar een tactloze uitspraak roept de woede juist op.
2 Een verstandig mens weet zijn kennis goed te vertolken, maar de woorden van een zot zijn een bron van dwaasheid.
3 Gods ogen zien alles, al het kwade én al het goede.
4 Gezonde woorden zijn als een boom van leven, verkeerde woorden richten echter schade aan.
5 Een dwaas zal de lessen van zijn vader negeren, maar wie luistert naar de terechtwijzingen van zijn vader, toont zich verstandig.