4 Hooghartige blikken, trotse harten en alles wat een goddeloze nog meer doet, is zonde.
5 Een vlijtig mens krijgt alles wat hij nodig heeft, ja, zelfs nog meer dan dat, maar armoede wacht hem die heel snel heel veel wil hebben.
6 Wie met leugen en bedrog zijn fortuin wil maken, hoeft niet op succes te rekenen en stelt zijn leven in de waagschaal.
7 De goddelozen worden met gelijke munt terugbetaald, omdat zij weigeren ieder het zijne te geven.
8 Een slecht mens leidt een zondig leven en een goed mens leeft tot eer van God.
9 Het is beter op een hoek van het platte dak te wonen, dan in één huis met een ruziezoekende vrouw.
10 De goddeloze is helemaal gericht op zondigen, zelfs zijn naaste of vriend ontziet hij daarbij niet.