1 Wanneer u bij een hooggeplaatste aan tafel zit, let dan op wat u wordt voorgezet.
2 Beheers u als u een liefhebber van lekker eten bent,
3 laat u niet het hoofd op hol brengen door dat heerlijke eten, want weelde is maar al te verlokkelijk.
4 Doe geen moeite rijk te worden, u kunt uw gaven beter voor iets anders gebruiken.
5 Staar u niet blind op rijkdom, die in feite niets voorstelt. Rijkdom is ook maar vergankelijk. Zoals een vogel opvliegt, kan het weer verdwijnen.
6 Eet niet bij een vrekkig en jaloers mens, staar u niet blind op al zijn heerlijke eten.
7 Hij houdt zijn gedachten voor zichzelf en al nodigt hij u vriendelijk uit, in zijn hart meent hij dat niet.