4 Boosheid en overmatige woede brengen wreedheid voort, maar zij zijn nog niets vergeleken bij jaloezie.
5 Een openlijke bestraffing is beter dan dat iemand zwijgt uit liefde.
6 De berispingen van iemand die van u houdt, worden ingegeven door vriendschap. Maar vriendelijkheid van iemand die u haat, komt voort uit bedrog.
7 Iemand die zojuist gegeten heeft, taalt niet meer naar lekker eten, maar honger maakt rauwe bonen zoet.
8 Zoals een uit het nest gevallen vogel rondzwerft, zo doolt een man rond die zijn vaderstad verliet.
9 Geurige olie maakt het hart blij, net zoals de goede raad die de ene vriend de andere geeft.
10 Verlaat uw vriend en die van uw vader niet, maar wendt u in tijden van tegenspoed niet tot uw broeder. Want een goede buurman is beter dan een ver familielid.