4 Het is niet goed als koningen te veel wijn drinken, Lemuël, en drankzucht past niet bij hen,
5 want als de koning te veel drinkt, loopt hij gevaar de rechtvaardigheid uit het oog te verliezen, wat de onderdrukten kan benadelen.
6 Geef sterke drank maar aan iemand die in de put zit, wijn aan iemand die erg verdrietig is,
7 want wanneer zij drinken, vergeten zij hun armoede en zorgen.
8 Kies de kant van de onmondigen, van hen die buiten hun schuld gevaar lopen.
9 Spreek en vel een rechtvaardig vonnis, geef de onderdrukten en noodlijdenden hun recht.
10 Wie is zo gelukkig een goede vrouw te vinden? Zij is immers veel meer waard dan de duurste edelstenen?