1 Mijn woorden getuigen van wijsheid, mijn zoon, dus luister goed naar mijn verstandige lessen.
2 Dan leer je bedachtzaam te leven en kun je mijn wijsheid met anderen delen.
3 Want de vrouw die niet de jouwe is, fluistert lieve woordjes met haar gladde tong.
4 Maar trap je erin, dan leer je dat schijn bedriegt, want wat ten slotte overblijft, is bitterheid.
5 Zij volgt een weg die naar de dood leidt, haar voeten brengen haar rechtstreeks naar de hel.
6 Haar woorden en daden draaien je een rad voor de ogen, zodat je haast ongemerkt de levensweg verlaat.
7 Maar, kinderen, luister naar mij en houd je aan wat ik zeg.