1 Wee Jeruzalem, die ongehoorzame, zondige stad vol misdaad en geweld!
2 Zij wil naar niemand luisteren en weigert te worden terechtgewezen. Zij vertrouwt niet op de Here en zoekt haar God niet.
3 Haar leiders lijken op brullende leeuwen op zoek naar prooi. Haar rechters zijn vraatzuchtig als wolven in de schemering die geen spoortje voedsel overlaten tot de morgen.
4 Haar profeten zijn praatjesmakers en bedriegers. Haar priesters ontwijden wat heilig is en zijn ongehoorzaam aan Gods wetten.
5 Maar de Here, die midden in die stad woont, is rechtvaardig. Hij doet geen onrecht. Iedere dag weer is zijn rechtvaardig oordeel zichtbaar. Ondanks dat schaamt de goddeloze zich niet voor zijn daden.