7 Ik zei: “Heb eerbied voor Mij, laat u terechtwijzen. Als u luistert naar mijn waarschuwingen zal Ik uw stad niet vernietigen.” Maar nee, zij stonden direct klaar om kwaad te bedrijven.
8 Heb geduld,’ zegt de Here. ‘Het moment komt waarop Ik zal opstaan om te oordelen. Want Ik heb besloten alle volken en koninkrijken te verzamelen en over hen mijn toorn uit te storten. Ja, met het vuur van mijn jaloezie zal Ik de hele aarde verteren.
9 Maar dan zal Ik de volken andere, reine lippen geven, zodat zij de naam van de Here zullen aanroepen en Hem eensgezind zullen vereren.
10 De mensen die ver weg aan de andere kant van de rivieren van Ethiopië wonen, zullen hier komen om Mij te aanbidden en offers te brengen.
11 Dan zult u zich niet meer hoeven te schamen voor de zonden die tegen Mij zijn begaan. Want Ik zal alle trotse, arrogante mensen uit uw midden verwijderen. Er zal geen hoogmoed meer voorkomen op mijn heilige tempelberg.
12 Alleen de nederigen en armen zal Ik overlaten en ook ieder die op Mij vertrouwt.
13 De overgebleven Israëlieten zullen geen onrecht plegen of liegen. Zij zullen daar rustig en in vrede en veiligheid wonen en slapen, zonder dat iemand hen opschrikt.’