3 genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus.
4 Ik dank God te allen tijde over u, vanwege de genade Gods, die u in Christus Jezus geschonken is;
5 want in elk opzicht zijt gij rijk geworden in Hem: in alle woord en alle kennis,
6 gelijk het getuigenis aangaande Christus onder u bevestigd is,
7 zodat gij ten aanzien van geen enkele genadegave te kort komt, terwijl gij uitziet naar de openbaring van onze Here Jezus Christus.
8 Hij zal u ook bevestigen ten einde toe, zodat gij onberispelijk zult zijn op de dag van onze Here Jezus [Christus].
9 God is getrouw, door wie gij zijt geroepen tot gemeenschap met zijn Zoon Jezus Christus, onze Here.